Cephalotus follicularis /Apenbeker : of  Vleesetende planten 

Let op deze planen zijn tegenwoordig heel zeldzaam geworden: Men vindt vleesetende planten meestal wereldwijd, en ook in gebieden met een stikstofarme grond, duinen, moerassen, ven.

Ze bijten je niet hoor.

Vleesetende planten eten (verteren) graag ook kleine insecten en dieren, vliegen, watervlooien, larven, spinnen, wespen, ook wel carnivoren planten genoemd. maar ook de goede voedingsstoffen uit de grond. Er zijn ook heel veel soorten vleesetende planten.

Hij heeft dan ook vele methodes om de insecten te lokken: de insecten bevatten voedingsstoffen, proteïne voor de plant. normaal gesproken maken planten zelf waterstof, zuurstof, mineralen, koolstofdioxide aan. Bij vleesetende plant is dat net andersom.

De nectar van de plant smaken zoet, en voor de insect is de verleiding te groot om te eten, voor een insect is dat het uiteindelijk einde van hun leven, omdat ze geen uitweg meer vinden om uit de plant te komen.

We nemen een voorbeeld van bekerval is een bekervormig blad dat een valkuil vormt in de vorm van een beker. Als een insect erin valt, kan het er door de gladde wanden en de nauwe ruimte niet meer uit komen en wordt het verteerd. Soms zit er ook water in de val waardoor het insect, of een vlieg verdrinkt.

De plant ziet eruit als een langwerpige beker.

Het insect valt in de beker en kan er niet meer uitkomen. Dat komt door de gladde kleverige zijkanten van de beker. Ook zitten er op het dekseltje wat veel bekerplant  haartjes die tegen de richting in staan. Een aantal planten heeft onderin wat vocht staan waar de vliegjes en spinnen, of andere insecten in verdrinken.

Zonnebekerplant : Heliamphora : groeit in Zuid-Amerika en heeft soortgelijke vallen als de trompetbekerplant.

Tropische bekerplant : Nepenthes: groeit in Afrika en Azië en heeft bekers gevuld met water aan het uiteinde van zijn bladeren, waar de prooi in verdrinkt en verteerd wordt.

De tropische beker planten soort  Nepenthes groeit in de hete vochtige jungles in het Verre Oosten, Azie en  rond Borneo Het zijn klimplanten en de bekers worden gevormd aan uitsteeksels aan het einde van ieder blad. De King Monkey Cup heeft de grootste bekers, tot 35 cm in lengte en 15 cm breed, en maaltijden kunnen bestaan uit reptielen en zoogdieren zo groot als ratten! Nepenthes houden van een warme vochtige omgeving en koelere nachten. Ze moeten dus in huis gekweekt worden in veel licht, maar niet in direct zonlicht. Besproei ze een of twee keer per dag met regenwater. Geef regelmatig water van bovenaf, maar laat ze niet in het water staan. Plant ze in levend sphagnum mos of een mengsel van  orchideeën houtsnippers : perliet : turf. Ze komen hangend het best tot hun recht. Nepenthes doen het heel goed in een terrarium met lampen erboven, net zoals andere tropische vleesetende planten.

Vetplant: Tropische vetbladen zoals Pinguicula moranensis uit Mexico kan ook op een zonnige vensterbank worden gekweekt. Deze planten houden ervan om een beetje droger gehouden te worden, dus plant ze in een mengsel van turf, zand en geef ze vooral ’s winters niet te veel water.

Zonnebekerplant : Heliamphora : groeit in Zuid-Amerika en heeft soortgelijke vallen als de trompetbekerplant.

Semicarnivoren: dit zijn planten die wel dieren vangen, maar ze niet zelf kunnen veteren, sommige soorten gebruiken bacteriën die op de  bladeren leven.

Een andere soorten: bijvoorbeeld broccinia reducta : de insecten die de gevangen insecten opeten en weer uitpoepen, de plant leeft van de compost of mest,

Vetblad Pinguicula vulgaris:  een ander soort: Planten die dieren vangen en verteren, maar ook in leven blijven zonder dierlijk voedsel.

Vleesetende planten lokken en vangen hun prooi op verschillende manieren.

de prooi wordt gelokt door een geurstof, of vallen erin de beker of andere soorten vleesetende planten.

de prooi wordt vastgehouden en gedood door verstikking.

de prooi wordt zelfstandig verteerd, in vocht en de opgeloste voedingsstoffen worden door de plant opgenomen.

Hoe vangen ze hun prooi:

Bijvoorbeeld: de vliegenval, lijkt een beetje op de bek van een roofdier. Binnenin zitten zes voelhaartjes. Als er een insect tegenaan komt, klappen de vangbladeren razendsnel tegen elkaar en zit het dier gevangen. De plant slikt het eten niet door, maar houdt het gevangen tussen de bladeren verstikt. Daar wordt het langzaam verteerd. De zonnedauw is een vetplant en heeft een heel andere manier van vangen.

Verschillende soorten vallen hoe de vleesetende plant de insect gaat lokken.

kelkval: een insect valt in de kelk van de vleesetende plant ,vaak zit er water in zodat de insect uit eindelijk verdrinkt.

klapval: het woord zegt het al klapt, dichtgeklapt als er een insect in zit. Deze plant ziet als uit als twee bladhelften beide kanten zitten hekwerk van kleine voelhaartjes, als deze haartjes meerdere malen wordt aangeraakt klapt hij dicht. Tussen de dichtgeklapte bladeren komen een afscheiding vrij en de insecten die erin is gevallen verteren in de plant.

Kleefval: een kleverige afscheiding vanuit de steeltjes komt, wordt aan de insect geplakt, zodat de insect uiteindelijk verstikt en dood gaat, de insect verteerd in de plant, en zo ontstaat voedsel voor de plant.

Zuigval: zuigen van water door de insect zelf, in de plant, verdrinkt, verteert en voedingsbron voor de plant.

fuikval: als er een insect binnenkomt in de plant, daarin stevige haren bezit, waardoor de dieren minder makkelijk weer naar buiten kunnen.

soorten vleesetende planten:

Zonnedauw (Drosera)

Venusvliegenvanger (Dionaea muscipula)

Sarracenia (Trompetbekerplant)

Nepenthes (Tropische bekerplant)

Vetblad (Pinguicula)

Blaasjeskruid (Utricularia)

Zonnebekerplant (Heliamphora)

Darlingtonia californica (Cobralelie)

Australische bekerplant (Cephalotus follicularis)

Soorten van de familie Drosophyllaceae

Aldrovanda vesiculosa (Watervliegenval)

Byblis (Regenboogplant) in de familie byblidaceae   zonnebeker

blaasjes kruid

zonnedauw

trompetbeker

tropischebeker

zonnebeker

vetblad

venusvliegenvanger

regenboogplant

waterrap.

het is toch iets aparts om ernaar te kijken, laat toch deze mooie plant staan, hebben we veel meer plezier aan, we kunnen veel van planten leren. elke plant kent zijn eigen karakter.

let op: Sommige vleesetende planten zijn zeer giftig.